▪ Macula (vlek): kleurverandering diffuus of omschreven
▪ Erytheem: diffuse roodheid door dilatatie van bloedvaten die wegdrukbaar is
▪ Purpura: huidbloedinkjes in de rode laesie, niet wegdrukbaar
▪ Urtica (kwaddel): vluchtige verhevenheid van de huid die berust op oedeem ▪ Papel: kleine circumscripte verhevenheid ontstaan door celvermeerdering, littekenloos genezend
▪ Nodus: dieper in de huid gelegen verhevenheid
▪ Tumor (gezwel): groter dan 1 cm door celvermeerdering
▪ Vesikel (blaasje): blaasje helder vocht <1cm
▪ Bulla (blaar): blaasje heklder vocht >1cm
▪ Pustula (pustel): kleine holte met seropurulent vocht
▪ Cyste: afgesloten holte gevuld met vocht
▪ Atrofie: epidermis en of dermis versmald
▪ Squamae (schilfers): ophoping van de hoornlaag
▪ Crusta (korst): ingedroogd seropurulent exsudaat
▪ Erosie: oppervlakkige verdwijning van epidermislaag en overdekking met serues vocht
▪ Excoriatie: krablaesie
▪ Fissuur en rhagade: verbreking van continutiteit in de epidermis (bv craquele)
▪ Ulcus (zweer): defect van epidermis en dermis met veelal vertraagde genezingstendens en
littekenvorming
▪ Cicatrix (litteken): bij abnormale hoeveelheid wordt het keloïd genoemd
▪ Macula (vlek): kleurverandering diffuus of omschreven
▪ Erytheem: diffuse roodheid door dilatatie van bloedvaten die wegdrukbaar is
▪ Purpura: huidbloedinkjes in de rode laesie, niet wegdrukbaar
▪ Urtica (kwaddel): vluchtige verhevenheid van de huid die berust op oedeem ▪ Papel: kleine circumscripte verhevenheid ontstaan door celvermeerdering, littekenloos genezend
▪ Nodus: dieper in de huid gelegen verhevenheid
▪ Tumor (gezwel): groter dan 1 cm door celvermeerdering
▪ Vesikel (blaasje): blaasje helder vocht <1cm
▪ Bulla (blaar): blaasje heklder vocht >1cm
▪ Pustula (pustel): kleine holte met seropurulent vocht
▪ Cyste: afgesloten holte gevuld met vocht
▪ Atrofie: epidermis en of dermis versmald
▪ Squamae (schilfers): ophoping van de hoornlaag
▪ Crusta (korst): ingedroogd seropurulent exsudaat
▪ Erosie: oppervlakkige verdwijning van epidermislaag en overdekking met serues vocht
▪ Excoriatie: krablaesie
▪ Fissuur en rhagade: verbreking van continutiteit in de epidermis (bv craquele)
▪ Ulcus (zweer): defect van epidermis en dermis met veelal vertraagde genezingstendens en
littekenvorming
▪ Cicatrix (litteken): bij abnormale hoeveelheid wordt het keloïd genoemd
status | not learned | measured difficulty | 37% [default] | last interval [days] | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
repetition number in this series | 0 | memorised on | scheduled repetition | ||||
scheduled repetition interval | last repetition or drill |